De natuur is altijd een bron van geneeskracht geweest. Al duizenden jaren worden
planten, dieren, stenen, kruiden etc. uit de natuur gebruikt om ziekte en pijn te bestrijden. Natuurgeneeskunde gaat ervan uit dat de mens lichamelijk en geestelijk beter kan worden door gebruik van middelen uit de natuur. Ziekte wordt gezien als een uit balans zijn van lichaam en geest. Met natuurlijke hulpmiddelen kan de mens proberen die balans weer te herstellen.
De natuurgeneeskundig therapeut kijkt bij het stellen van de diagnose niet alleen naar de symptomen van de patiënt, zoals in de reguliere geneeskunde gebeurt. Juist de oorzaak van de problemen wordt onderzocht. Hoe heeft de patiënt ziek kunnen worden? Hierbij geldt het uitgangspunt dat ieder mens uniek is. Dezelfde klacht bij twee verschillende mensen kan een geheel andere oorzaak hebben en dient dus ook verschillend behandeld te worden. De natuurgeneeskundige zoekt samen met de patiënt naar de oorzaak en pakt deze aan zodat symptomen kunnen verdwijnen. Om dit te kunnen realiseren maakt de natuurgeneeskundige gebruik van diverse behandelmethoden en natuurlijke geneesmiddelen.